Jammer, jammer, seij de Reden,
Daer dit Meisjen quam getreden,
Dat soo soeten schepsel lamm
Handeloos ter wereld quam:
Maer de waerheid sprack 'er tegen,
Weester weinigh in verlegen;
Als het Haeghje wandel-loos,
Als den Amstel handelloos,
Als de Duijnen strandeloos,
Als den Oever sandeloos,
Als de tiger tandeloos,
Als de sonne brandeloos,
Als de minnaer bandeloos,
Als de Heide landeloos,
Als de kercken pandeloos,
Als de merckten mandeloos,
Als de doosen randeloos,
Als de boose schandeloos,
Soo is't Meysjen handeloos.

[Costantijn Huygens]

 

 

 

| entrada | Llibre del Tigre | sèrieAlfa | varia | Berliner Mauer |